05.06.2023

Wetboek ‘Schulden van de consument’: in werking in twee fasen

Image

In het Belgisch Staatsblad verscheen op 23 mei de wet van 4 mei “houdende invoeging van boek XIX "Schulden van de consument" in het Wetboek van economisch recht”. Artikel 15, §§ 1 en 2 van deze wet gaan over de inwerkingtreding van boek XIX WER. Daardoor is er nu ook duidelijkheid op dat vlak.  De inwerkingtreding zal in twee fasen verlopen:

  • fase 1: nieuwe overeenkomsten
  • fase 2: eerder afgesloten overeenkomsten

 

Art. 15. § 1. Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de vierde maand die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van paragraaf 2 die in werking treedt op de eerste dag van de zevende maand die volgt op de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad.

§ 2. Deze wet is van toepassing op elke vervallen en onbetaalde schuld van een consument aan een onderneming die voortkomt uit een overeenkomst die werd afgesloten vóór haar inwerkingtreding wanneer de betalingsachterstand ontstaat na de inwerkingtreding ervan. Deze wet is tevens van toepassing op elke minnelijke invordering van schulden en op elke activiteit van minnelijke invordering van schulden van een consument aan een onderneming die voortkomen uit een overeenkomst die werd afgesloten vóór haar inwerkingtreding wanneer de minnelijke invordering en de activiteit van minnelijke invordering ontstaan na de inwerkingtreding ervan.

 

Fase 1: nieuwe overeenkomsten

Concreet betekent dat:

  • op 1 september 2023 zal het nieuwe boek XIX WER gelden voor nieuwe contractuele en reglementaire schulden van de consument die onder het toepassingsgebied vallen van boek XIX WER en vanaf die datum tot stand zijn gekomen. Dit is een bevestiging van de regel dat wetten in principe alleen voor de toekomst gelden.
  • Het impliceert onder meer dat ondernemingen die onder het toepassingsgebied vallen voor deze nieuwe overeenkomsten best tegen 1 september zo nodig hun (algemene) (contractuele of reglementaire) voorwaarden moeten aanpassen om in de regel zijn met het wettelijk plafond uit artikel XIX.4 WER over de aanrekening van een schadebeding. Dat kan overeenkomstig artikel XIX.2 WER overigens enkel worden geëist nadat een kosteloze herinnering verstuurd is waarin de consument 14 dagen wordt gegeven om de schuld alsnog te betalen.

Art. XIX.4. In geval van gehele of gedeeltelijke niet-betaling van de schuld (…) kan geen enkele andere betaling dan deze hierna vermeld worden gevorderd van de consument:

1° de verwijlinteresten die niet hoger mogen zijn dan de interest tegen de referentie-interestvoet vermeerderd met acht procentpunten bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties. Deze interesten worden berekend op de nog te betalen som,

en/of;

2° een forfaitaire vergoeding, in zoverre ze uitdrukkelijk bepaald is, waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan: a) 20 euro als het verschuldigde saldo lager dan of gelijk aan 150 euro is; b) 30 euro vermeerderd met 10 % van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen 150,01 en 500 euro als het verschuldigde saldo tussen 150,01 en 500 euro is; c) 65 euro vermeerderd met 5 % van het verschuldigde bedrag op de schijf boven 500 euro met een maximum van 2000 euro als het verschuldigde saldo hoger dan 500 euro is.

 

Fase 2: eerder afgesloten overeenkomsten

Vanaf 1 december 2023 zal boek XIX eveneens van toepassing zijn op (oude) contracten die eerder afgesloten zijn:

  • wanneer de betalingsachterstand ontstaat na deze datum
  • of wanneer de minnelijke invordering (door de schuldeiser) of de activiteit van minnelijke invordering (door een incassokantoor, gerechtsdeurwaarder of advocaat) na deze datum ontstaat.

Dit dus in afwijking van de algemene regel dat wetten niet retroactief worden toegepast en enkel gelden voor de toekomst.

 

Wil je meer weten?

Voor de praktijk en (juridische) adviesfunctie van budget- en schuldhulpverleners wordt het nieuwe boek XIX WER even relevant als de wet van 20 december 2002 “betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument” (WMI) die door de invoeging van boek XIX WER wordt opgeheven.

Maar zoals vaak met nieuwe wetgeving rijzen er (juridische) vragen over de concrete toepassing of interpretatiekwesties. Over de overgangsbepalingen, maar bijvoorbeeld ook over de toepassing van art. XIX.4 WER: in specifieke (sector)wetgeving zijn immers soms afwijkende bepalingen opgenomen over de (maximale) hoogte van een schadebeding of het aanrekenen van kosten voor herinnerings- en aanmaningbrieven.

  • Abonnees van het Handboek Schuldbemiddeling vinden nu al een uitgebreide bespreking van boek XIX (boekdeel ‘Juridische grondregels over schulden’, deel ‘Invordering van schulden’, ‘Hoofdstuk 1bis – Toekomstig recht: boek XIX WER schulden van de consument’).
  • SAM zal einde ’23 infofiches over boek XIX WER publiceren.
  • Ook in onze nieuwsbrieven volgt nog meer uitleg over de toepassing van boek XIX WER. Houd je mailbox in de gaten of abonneer je hier.

 

Lees ook: